Verdreven uit het paradijs

In de adventstijd wordt op veel vrijescholen het Paradijsspel opgevoerd. Betrokken amateurs vertolken in dit Middeleeuwse spel hoe het Adam en Eva in de hof van Eden verging. Het eten van de appel vormt de proloog voor het Kerst- en Driekoningenspel, waarin herders en koningen op weg gaan om het kindeke te zoeken. De paradijslegende blijft actueel. Opgerold als een slang ligt ze in ieder van ons te slapen. Richt het dier zich op, dan komt het paradijs voor ons geestesoog opnieuw tot leven.

Jong waren wij, vitaal als het geboomte. Onschuldig wandelden wij met God. Als dubbelziel waren we zijn oogappels. Alles in de hof doorschouwden we tot in essentie en dagelijks droegen wij onze indrukken als godenvoedsel aan. In de tuin mochten wij alle vruchten eten, behalve de appels van die ene boom, in het midden van de tuin.

Rond de paradijstuin, krulde zich een slang. Op een dag sprak het dier me aan. “Neem zelf ook een hapje van de appel, dan zul je net als God zijn, kennende het verschil tussen goed en kwaad.” Nu pas zag ik hoe begerenswaardige de appel was. Tersluiks nam ik een hapje van de bleke vrucht om hem vervolgens aan mijn wederhelft toe te steken. Toen ook hij een hap genomen had, gingen onze ogen open. Voor het eerst beseften we dat we naakt waren.

Berthold Furtmeyr, Baum des Todes und des Lebens, Salzburger missaal, 15e eeuw

Bij het vallen van de avond riep God ons. Vol schaamte verborgen we ons in het struikgewas, maar hoog in de lucht toonde de maansikkel onze euveldaad. Streng riep God ons ter verantwoording. Met gebogen hoofd aanvaardden we onze straf. Als sterfelijke wezens werden we zwoegend en barend in pijnlijke kringlopen gebannen. Onze levens zouden zich als losse kralen aan een ketting rijgen. Onstandvastig zou ons bewustzijn na de geboorte wassen om bij het sterven weer weg te zinken. Steeds opnieuw. Verdreven uit de hof, vielen de gouden appels van de boom des levens voortaan buiten ons bereik.

Mild vaderlijk schonk God ook hoop. Ooit zal de Messias incarneren, de Christuszon die ons opnieuw onsterfelijkheid kan schenken. Als baken van hoop zal daarom in de wassende en afnemende maansikkel ook de cirkel van het zonnegoud ervaarbaar zijn.

Buiten de hof van Eden rees de waarheid niet meer vanzelf in ons op. Voortaan moesten we zelf richting geven aan ons denken. IJzer schonk God ons, in plaats van zonnegoud. In het bloed van onze eerstgeboren zoon, bruiste dit jonge metaal ongetemd op. Vol energie bebouwde Kaïn de aarde. Zijn jongere broer bleef de kudden hoeden. Rond hem bleef het godenvoedsel groeien. Tot de dag waarop Kaïns blik verduisterde en hij zijn broer Abel jaloers ter aarde sloeg. Toen vloeide voor het eerst onschuldig bloed.

Lang gingen de nakomelingen van beide broers gescheiden wegen. De ene richtte zijn blik op de zichtbare verschijnselen, de ander luisterde naar wat in tijdenverten klonk. In de heilige nachten kruisen zich hun wegen, als wij het kindeke gaan zoeken.

2 reacties

  1. Het is een mooie beschrijving van het beeld dat de mensheid begeleidt op haar weg naar bewustzijn. Beelden zijn belangrijk maar de vraag blijft “wat verbergt zich achter dit beeld?” Dat kom ik nog te weinig tegen in deze tijd. Een opgave die ons als mensheid zeker nog wacht en die een onderdeel is van deze pijn die volgt op het verlies van het Paradijs. Ik wens een ieder die dit leest een zalige adventstijd en vooral een zalig kerstfeest.
    G.H. Langeslag – Juursema

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s