Mijn opa droomde ervan om mooie kasten te bouwen. Op zijn vijftiende investeerde hij in zijn toekomst als timmerman en kocht hij een duimstok. Voor hem was dat meer dan een meetinstrument. Die aanschaf vertegenwoordigde zijn passie voor een ambacht, zijn toekomstideaal.
Als we over onze idealen praten, verlaten we de vaste grond van de ratio en laten we ons verleden met al het meet- en telbare achter ons. Toekomstdromen wortelen in chaos. In de hete werveling van losgeslagen elementen, waar goden hun werken scheppen. Daarom vestigde de Griekse God Hephaistos zijn smidse niet op het aardoppervlak, maar in de gloeiende buik van de aarde. Onder een vulkaan waar steen in magma smelt.
Niet alleen goden, ook mensen beschikken over scheppingskracht. Wij kunnen delen van de wereld herscheppen. Sinds we lang geleden het paradijs verlieten, doen we dat ook. Van verzamelaars werden we jagers, veehouders, handelaars en landbouwers. We ontgonnen het land. Brachten de natuur in cultuur. Ploegend en bouwend vormden we lappendekens van landerijen, dorpen en steden. Van verzamelaars die de natuur intact lieten, werden we drieste scheppers van de toekomst.
Geestelijk fundament
Ik ben opgeleid om daaraan mee te werken. Aan de TU-Delft leerde ik meer dan ontwerpen, meten en rekenen. Daar leerde ik dat architecten ruimten scheppen en dat elk gebouw naast een fysiek ook een geestelijk fundament heeft. In de vorm van de trappiramide in Saqqara beeldde architect Imhotep de hiëroglief rechtvaardigheid uit. Abt Suger nam het idee “God is licht” als uitgangspunt voor de eerste gotische kathedraal in Saint-Denis. Le Corbusier bouwde met La Chapelle een beeldhouwwerk van puin en beton, glas en licht. Immateriële waarden en ideeën verleenden deze gebouwen hun geestelijke fundament. Bouwmeesters met een stoutmoedige fantasie durfden ze in nieuwe vormen uit te drukken en vonden daartoe nieuwe bouwtechnieken uit. Ze verwerkelijkten geest in stof. Techniek, de meest dorre tak van de ratio, staat in dienst van die scheppingskracht.
Onze passie voor een gedroomde toekomst vertegenwoordigt een enorme stuwende kracht. Als we anderen enthousiast over onze idealen vertellen, kan de vonk overspringen. Zo brengen we geld en menskracht bijeen. Samenwerkend aan een gemeenschappelijk doel bouwden we kerken, scholen en culturen op. Ook de ISVW kwam honderd jaar geleden zo tot stand.
Reflectie
Na De Verlichting kwamen wetenschap en techniek in een stroomversnelling. Nu kregen we de wind pas goed in de zeilen. Dromen en verlangens realiserend, herschiepen we het aardoppervlak. En passant de elementen vervuilend. Dit illustreert dat passies en verlangens ook schaduwkanten hebben. Buiten het afgepaalde terrein van de ratio loert verleiding, steken ondeugden als hoogmoed, woede en hebzucht de kop op. Vaak handelen we dan als Kaïnszonen, adepten van een smalle toekomst: die van onszelf.
Van de mythe over Kaïn en Abel valt misschien juist nu iets leren. De akkerbouwer Kaïn sloeg zijn broer dood en trok daarna weg. Na die gewelddadige start wonnen akkerbouw en stedenbouw terrein op het oorspronkelijk Arcadië. Kijken we naar deze tijd, dan bewandelen wij Kaïns pad nog steeds. Onze eigen verlangens realiserend, offeren we het overkoepelende belang (klimaat, flora, fauna en anderen) op. Gaan we zo door dan eindigt het Antropoceen met een opgesoupeerde aarde, dor en asgrauw. Daarom is het belangrijk dat we onze blik regelmatig verruimen en ons serieus afvragen of we ook de neveneffecten van onze dromen willen realiseren. Reflectie en een goed gesprek, het ideële fundament van de ISVW, kunnen ons daarbij helpen.
De Aarde met haar flora en fauna vertegenwoordigt in zekere zin de Abel in ons. Slapend wellicht, maar zeker niet dood. Als we de hechte band tussen onze verlangens (onze buik) en de techniek (ons hoofd) doorbreken, scheppen we weer ruimte voor het grotere geheel. Voor het voelen van ons hart.
Als we iets nieuws willen scheppen, creëren we dat op grond van onze ideeën en waarden. Ook aan ons hart kunnen we idealen ontlenen. Wat let ons om mee te werken aan een veerkrachtige natuur, een circulaire economie, evenwicht tussen groei en ontwikkeling, tussen welvaart en welzijn. Als we onze verbeeldingskracht inschakelen en wat gewoonten veranderen komen we een heel eind.
Mijn biografie
Mijn opa werd geen timmerman. Zijn vader nam hem het roer uit handen en schreef hem voor de kweekschool in. Toch bleven mijn opa’s waarden hetzelfde: omkasten en behoeden. Zijn fantasie vond andere vormen. Mijn biografie lijkt op die van mijn opa. Hij werd geen timmerman, ik geen architect. Net als hij heb ik de essentie van mijn vak behouden:
- Bouwen is het scheppen van ruimte, in ons hoofden, in ons hart
- Elke schepping heeft een geestelijk, immaterieel fundament.
Graag zet ik dat in om binnen ISVW aan samen leven te bouwen.