Als je vastzit of je opgejaagd voelt kan het helpen even afstand te nemen en in alle rust terug te blikken op je leven. Je zou het ‘meditatie’ kunnen noemen. Met het overpeinzen en ordenen van je gedachten en waarnemingen kan je op een gegeven moment een licht opgaan. Annemarie Sijens werd gegrepen door de manier waarop Rudolf Steiner het waarnemen beschreef, als een proces van in- en uitademen. Zijn boek ‘De missie van Michael’ staat, verkleurd en bij elkaar gehouden door plakband, nog steeds in haar boekenkast.
“Ben jij wel eens vastgelopen?” vroeg een kennis me onverwacht op een feestje. De lucht was bedompt en naarmate de avond vorderde, klonken de stemmen steeds luider. Ik stelde voor even naar buiten te lopen. “Meer dan eens,” antwoordde ik, terwijl ik mijn glas wijn met beide handen omvatte. Op dat moment barstte ze in huilen uit. Ik zette mijn glas neer en nam haar bij de arm. “Kom, laten we een blokje om lopen.” Zoiets simpels als wandelen, helpt om weer bij jezelf te komen.
Terwijl we zwijgend de avond instapten, dacht ik terug aan de eerste keer dat ik vastliep. Laat op een avond in november, bij de voorbereiding van een tentamen plantkunde, begon ik plotseling te trillen. Mijn vriend belde geschrokken de huisartsenpost en kreeg te horen dat ik met koffiedrinken en roken moest stoppen. Braaf volgde ik dit advies op, maar het hielp niet. De aanvallen kwamen na twee weken terug en bleken het gevolg van hyperventilatie. Ik haalde te snel adem, waardoor het koolzuurgehalte in mijn bloed daalde. Mijn eigen huisarts vroeg me voorzichtig of ik wel deed wat ik wilde. Nee dus. Mijn keuze voor een studie biologie sloot niet aan bij mijn verwachtingen, maar ik durfde niet te stoppen. Tijdelijk uit het drukke studentenleven stappen bleek de adempauze die ik nodig had. Zo ontdekte ik wat ik wel wilde: een creatieve opleiding volgen. Jaren later pas ging ik een dergelijke terugblik in alle rust, meditatie noemen.
Meeleven en meebewegen
Tijdens mijn studie bouwkunde in Delft leerde ik al snel de voordelen van een technische opleiding kennen. Mechanica en zwaartekracht zorgen voor draagkracht en een logische ordening van een gebouw. Dit beïnvloedde mijn eigen manier van denken, het kreeg een structuur. En dat gaf houvast. Wel miste ik in al die objectieve logica de manier van waarnemen, waarin ik van nature thuis was. Als je aan de rand van een bos opgroeit, krijg je het meeleven en meebewegen met de zich ontwikkelende natuur als vanzelf mee. Het was dan ook een verademing toen een kunstenaar me kennis liet maken met de antroposofie. De manier van waarnemen die Rudolf Steiner beschreef in zijn boek ‘De missie van Michael’, trof me. Ik heb die voordrachten gelezen en herlezen. Als gekoesterd bezit verhuisde dit boek steeds met me mee. Ondanks de verkleurde kaft en de met plakband herstelde rug, staat het nog altijd in mijn boekenkast. De teksten die me als student raakten, zijn met balpen onderstreept. Ze gaan over een manier van waarnemen en denken, die Steiner het ‘ademen van licht’ noemt. Je doet dit door zo met levende wezens mee te leven, dat je iets van hun kwaliteiten en essentie gaat ervaren. Dit herkende ik. Strekken en uitbreiden, zwellen en samentrekken zijn oerbewegingen van planten die in gemetamorfoseerde vorm bij mens en dier terugkomen.
De inademing bestaat uit het meebewegen, overpeinzen en vervolgens ordenen van je waarnemingen. Doe je dit, dan kan je op een gegeven moment een licht opgaan. Het initiatief dat je mede op grond van dit inzicht neemt, is de uitademing. Ik gebruik het woord ‘mede’ heel bewust, omdat we ook zo empatisch kunnen zijn, dat we onszelf verliezen. Door op tijd een grens te trekken kunnen we dit voorkomen. Een objectieve blik zorgt ervoor dat we tijdig afstand scheppen en meer bezonnen handelen. Ook daarin kunnen we te ver doorschieten. Als we ons, in alle objectiviteit, zo te sterk van onze omgeving afzonderen, worden we te kritisch worden en verharden we. Die verharding speelt sterk in onze westerse cultuur en is zichtbaar in onze omgang met de medemens, dieren, planten en het milieu. Objectiviteit loont materieel gezien, maar holt ons innerlijk uit. Spullen bevredigen maar kort, waardoor we de jacht op iets nieuws al snel weer openen. In het kielzog van verharding volgt versnelling. Bij haast en tijdgebrek is het moeilijk ons te bezinnen en de eigen levenskoers te hervinden.
Bezinning en initiatief
We hebben kennelijk beide manieren van waarnemen nodig. Inlevingsvermogen helpt ons om tot de diepere essentie van de werkelijkheid door te dringen en onszelf en anderen echt te leren kennen. Afzondering schenkt ons een eigen identiteit. Dankzij die twee manieren van kijken, kunnen we initiatieven nemen die bij de situatie passen terwijl we tegelijkertijd onze identiteit ontwikkelen. Bezinning en initiatief liggen in elkaars verlengde.
Die opeenvolging van bezinning en initiatief staat aan de basis van onze West-Europese cultuur. Voor middeleeuwse kloosterlingen was meditatie een stap in een proces dat lectio divina heette en in cultuurvernieuwing uitmondde. Het hele proces startte met het lezen van een boek, waarin de monnik iets voedzaams hoopte aan te treffen. Stootte hij op een passage die hem raakte, dan herkauwde hij de tekst net zo lang tot die zijn voedzame inhoud prijs gaf. Die geconcentreerde activiteit in zijn kloostercel noemde hij de meditatie. Vervolgens verbond hij zijn vondst met een situatie uit zijn dagelijkse leven waarbij hij vragen had: het gebed. Bij de vierde en laatste stap liet de monnik alles los en hoopte hij dat hem in de binnenkamer van zijn ziel een licht zou opgaan. Gebeurde dit, dan was de lectio divina afgerond en toog hij met anderen aan het werk.
Ora et labora was zijn leuze. Het ‘bid en werk’ van kloosterlingen heeft Europa in de middeleeuwen gecultiveerd en beschaafd. Monniken legden moerassen droog en ontgonnen woeste gronden. Kloosters vormden centra van beschaving in een tijd van twistende edelen en horige boeren. In die duistere tijden hadden kloosterlingen onderwijs, gezondheidszorg en landbouw onder hun hoede. Hun noeste arbeid illustreert dat meditatie ons niet van de wereld isoleert, maar een stevige basis legt van waaruit we vernieuwende initiatieven kunnen ontplooien. Dat meditatie en initiatief ook nu nog tot cultuurvernieuwing leiden, is te zien aan alle vernieuwingen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en landbouw die de antroposofische beweging de afgelopen eeuw initieerde.
Open en dicht
Als twintiger en dertiger heb ik als een middeleeuwse monnik op teksten van Steiner en mijn levenservaringen gekauwd. Ik leerde om net zo lang naar lastige situaties te luisteren, tot me een licht opging. Dat lukte alleen, als ik mijn eigen opvattingen en emoties terughield en vanuit een ruimer perspectief, met onbevangen blik naar de situatie keek. Meelevend en meebewegend opgaand in het geheel. Dit kon ik doen, omdat ik een innerlijke thuisbasis had waarop ik terug kon vallen. Mijn steeds beter gestructureerde denken vormde dit thuishonk. Daardoor kon ik met anderen meeleven, zonder mijn identiteit te verliezen.
Een architect geeft zijn huis ramen en een deur waardoor je naar binnen en buiten kunt gaan. Houd je die openingen potdicht, dan ga je je opgesloten voelen. Op net zo’n manier vormt het lichaam de behuizing van ziel en geest. Zo lang ze naar binnen en buiten bewegen, kun je je ontwikkelen tot een mens die zichzelf en de wereld steeds beter leert kennen en beide naar zijn capaciteiten omvormt.
Houd je deur en ramen te lang dicht, dan kom je in ademnood. Zenden lukt dan nog wel, maar luisteren niet. Vroeg of laat mondt dit in een persoonlijke crisis uit. Zoek je een uitweg uit zo’n crisis, dan kun je het best eerst de tijd nemen om in alle rust te mediteren. Doe je dit, dan groeit je tegenwoordigheid van geest. Je hoeft dan geen starre doelstellingen te formuleren en actielijstjes te maken, maar merkt dan dat de situatie zelf vaak de beste aanknopingspunten biedt.
De wandeling met mijn kennis waarmee ik dit artikel begon, ligt jaren achter me. Ze ervoer een dilemma tussen de kunst waaraan ze al haar energie gaf en haar verlangen naar een kind. Het lastige was, dat anderen druk op haar uitoefenden en ze geen tijd voor reflectie nam. Al wandelend vroeg ik haar hoe ze wat meer afstand kon scheppen, zodat ze tijd kreeg om zich te bezinnen. Daar had ze verschillende ideeën over. Soms denk ik dat onze wandeling haar geholpen heeft. Ze herademde in ieder geval en vertelde me kort daarna hoe ze de druk van de ketel had gehaald. Haar kinderen gaan inmiddels naar school en haar loopbaan kreeg andere accenten.